Stichting Jabulani Kids Zimbabwe

Marc on tour Kaapstad

Marc bij het bord Kaapstad Op 17 januari 2004 is Marc Mentink begonnen aan een grote uitdaging. In 120 dagen is hij van Cairo in Egypte naar Kaapstad in Zuid–Afrika gefietst een tocht van 12 duizend kilometer De tocht was een persoonlijke uitdaging voor Marc, maar hij wilde ook iets doen voor het KGVI centrum. Daarom heeft hij zich laten sponsoren. Met deze geweldige prestatie heeft Marc € 1316,– opgehaald. Hieronder volgt een verslag van zijn tocht.

Egypte, 16 januari 2004

Net de laatste boodschappen gedaan, zoals een extra tas en wet wipes . Vanochtend de rijdersbrieving gehad. Morgenochtend fietsen we gezamenlijk eerst naar de Giza pyramiden, dan fietsen we in peloton naar de snelweg en dan is het gaan met die banaan! De eerste dag is het slechts 102 kilometer, de tweede, derde en vierde is iets van 160/145/145. Ik ben wel een beetje nerveus

Egypte, 22 januari 2004

Ik ben nu in Luxor na zes dagen me helemaal het schompes te hebben gefietst. Het eerste gedeelte door Caïro was geneutraliseerd. Er was gigantisch veel politie op de been om alle wegen af te zetten. In het begin rijd je nog wel met wat mensen mee, maar al heel snel kom je er achter dat er maar een tempo is: je eigen tempo. Na vijftig kilometer was er lunch: het busje van de organisatie staat daar om je te voorzien van sinaasappels, energierepen, water en ander voedsel. De eerste fietsdag zou 102 kilometer duren, maar bleek uiteindelijk 130 kilometer te zijn. Vanaf een kilometer of honderd kijk je dus verlangend uit naar het kamp, wat maar niet komt. Vooral zo'n eerste dag valt dat niet mee. Na 120 kilometer word je wat ongerust en denk je dat je het kamp gemist hebt. Uiteindelijk was het kamp vlak na een benzinepomp op 130 kilometer De organisatie had een foutje gemaakt met het aantal kilometers.

Gedurende de hele trip in Egypte hadden we 's nachts bewaking door het Egyptische leger. Een imposant aantal mannen met geweren stonden jouw fiets te bewaken! De tweede dag kreeg mijn arme lichaam 168 kilometer voor de kiezen. Mijn langste fietstocht tot dan toe in Nederland was zeventig kilometer, dus dat is toch wel een afstandje. Tot aan de lunch ging het nog wel, daarna was het geweldig afzien. Je weet niet meer hoe je op je zadel moet zitten, heb last van spierpijn en mijn knietjes zijn ook niet blij met deze inspanning. Het opzetten van de tent was ook een heel gedoe, je kreeg de haringen niet in de grond en er stond een kleine storm. Met veel gedoe lukt het dan uiteindelijk toch. Daarna eten en vervolgens lig je uitgeteld om een uur of zeven in je tentje.

De volgende dag sta je op om zes uur, om half zeven is het ontbijt en om acht uur is de start. De derde dag kon ik haast niet meer lopen van de spierpijn en het zitten op het zadel werd er niet beter op. De 5 e dag was ook een zware dag: we moesten 150 kilometer rijden, eerst door de bergen en daarna nog een stukje woestijn. Ook had ik die dag mijn eerste twee lekke banden. De route die we gevolgd hebben: Caïro naar Suez, daar de Rode Zee gevolgd tot Safaga en daarna de weg naar Luxor, waar ik nu ben. De wegen zijn bijzonder goed: gewone asfaltwegen. In Sudan gaat het over karrensporen... Samengevat: het is loodzwaar, ik geloof dat mijn lichaam een beetje gewend is aan de lange dagen op de fiets, en ik vind het wel erg leuk allemaal.

Egypte, 26 januari 2004

Ik zit nu in Aswan, nog twee dagen in Egypte en dan: de hel van Sudan met onverharde wegen, karrensporen en geen borden waar de weg staat aangegeven. Ik heb qua fietsen twee makkelijke dagen gehad, dagelijks iets van 120 kilometer fietsen over strak asfalt en in een gezellig groepje. Waar ik wel last van heb is de onvermijdelijke diarree. Omdat ik weer last kreeg van kleine infecties aan mijn been ben ik door John, de meefietsende dokter, meteen aan de antibiotica gezet, maar die heeft als vervelende mogelijke bijwerking diarree...

Sudan, 28 januari 2004

Ik heb de afgelopen twee dagen de 280 kilometer van Aswan naar Abu Simbel gefietst. Ik had een bijzonder goed gevoel toen ik het kamp bereikt had: Egypte is overwonnen! Nog maar negen landen te gaan. 's Nachts is het berekoud, de temperatuur zakt tot een paar graden onder nul. Morgen beginnen we met de overtocht van het Lake Nassar. Aan de overkant in Sudan staan de African Routes trucks klaar die ons verder naar Kaapstad zullen begeleiden. Mijn speciale zandbanden gaan zo meteen onder mijn fiets. dat zijn brede banden waardoor je makkelijker door het zand kan ploegen. De eerste week tot de wereldstad Dongola gaat de Tour over onverharde wegen, dit wordt een van de zwaarste stukken uit de tocht. Vaak zal de weg niet meer zijn dan een karrenspoor en wordt het ook een kunst om het kamp te bereiken. De organisatie zegt: gewoon de Nijl volgen...

Met een krakkemikkige boot zijn we naar Sudan gevaren. Na veel vijven en zessen konden we Sudan in. We hadden 50 kilometer te gaan, maar het was verschrikkelijk zwaar. Iets van een verhard pad met grote stenen, zand en het ergste van alles: WASBORD. Dat zijn van die gemene ribbels waarbij je hele fiets en lichaam mee hobbelt. Het ergste is wanneer je net een heuveltje beklommen hebt en je een beetje vaart in de afdaling krijgt, dat je dan weer zo'n wasbord krijgt. Je moet je dan stevig aan je stuur vastpakken anders hobbel je van je fiets af. De tweede dag in Sudan was een verschrikking, de derde viel gelukkig mee. De vierde dag hadden wij te horen gekregen dat we iets van vijf kilometer door de woestijn zouden gaan en dan was de vertrouwde Nijl weer in zicht (zo navigeer je in Sudan: gewoon de Nijl volgen). Het bleek dat we geen vijf kilometer maar 25 kilometer door de woestijn moesten. Velen raakten verdwaald.

De volgende dag met een pontje de Nijl overgestoken en in peloton naar de wereldstad Dongola gefietst, waar we een rustdag hadden. Een voordeel van Dongola was dat er niks te beleven viel, dus heb ik lekker wat rondgehangen en geluierd. De volgende etappe was van Dongola naar een of ander gat. Je krijgt dan de instructies mee: na ongeveer 85 à 90 kilometer kom je in een plaatsje en daar op de plaatselijke markt word je opgewacht en gewezen waar het kamp is. Omdat in Sudan alleen het Arabische schrift wordt gebruikt, heb je geen flauw idee waar je ergens bent. Ook moet je af en toe dwalen door de woestijn, omdat een duidelijk spoor er gewoon niet is. Soms is het zo erg dat je lopend met je fiets door het zand moet gaan, omdat er niet te fietsen valt. Met mij gaat het goed, zadelpijn heb ik niet echt meer, de darmen werken keurig en in de groep hebben we het gezellig.

Ethiopië, 18 februari 2004

In hebben we bewaking: militairen met machinegeweren zijn door de organisatie ingehuurd om ons te beschermen. 's Nachts is het wel wat apart als je even buiten gaat plassen en er staat een bewaker naast je. De eerste fietsdag viel mee, hoewel het einde zwaar was. Wat beter is in Ethiopië: er staan bomen met schaduw en er zijn meer dorpjes waar je kunt stoppen en rusten. Altijd loopt het hele dorp uit om jou te zien rusten. Gisteren was een loodzware etappe: naar Gondar, de oude hoofdstad van Ethiopië. Eerst een eindeloze beklimming: iets van twintig kilometer De meest steile gedeeltes loop ik met de fiets, als ik fiets dan is mijn tempo iets van zeven à acht kilometer en als ik loop iets van vijf kilometer en ik heb het gevoel dat door te lopen ik veel energie spaar.

De afdalingen zijn gevaarlijk. Het wegdek is slecht met steentjes eroverheen. Af en toe maakt een koe, ezel of mens een onverwachte beweging, dus daar moet je voor oppassen. Een aantal fietsers is ook gevallen, tot nu toe met alleen schaafwonden als gevolg gelukkig. Er zijn ontzettend veel kindertjes in Ethiopië. Ze komen overal vandaan rennen als je langs fiets. Ze zijn niet altijd even aardig, af en toe wordt er met stenen gegooid

Zo ziet een fietsdag van een Tour d'Afrique er uit: om 6.30 uur gaat de claxon van een van de twee trucks ten teken dat het opstaan is. Je doet je fietskleding aan, breekt je tentje af en gooit je spullen in de truck. Dan is het ontbijten: dit bestaat uit overheerlijke voedzame pap die inmiddels je oren uitkomt, thee en brood met jam. Na het eten water en powerade in de bidons en water in de camelbag die je op je rug meezeult. Dan is het vertrekken. Vervolgens is het fietsen geblazen, soms peddel je de hele dag alleen, soms heb je iemand die jouw tempo fietst en daar rijd je dan mee verder.

Halverwege staat er een truck klaar met de lunch en daar krijg je dan brood en kun je je water en powerade bijvullen. Mocht je je ziek, zwak of misselijk voelen, dan kan je met de truck mee tot het kamp. Vervolgens fiets je de rest tot aan het kamp. Daar puf je uit van de inspanningen. Gemiddeld zit je iets van zes uur per dag op de fiets. Je zet je tentje op en de rest van de middag klets je wat, je leest wat of je doezelt wat. Om zeven uur is het eten klaar en na het eten drink je nog wat en dan vroeg naar bed. Meestal lig je erom een uur of negen in.

Kenia, 14 maart 2004

Ik ben bijna in Nairobi. Ik ben vandaag langs de prachtige Mount Kenia gefietst, werkelijk schitterend! Ik geloof dat het grote lijden nu enigszins verleden tijd moet zijn. De laatste paar dagen in Ethiopië waren goed te doen Het noorden van Kenia was een ramp qua wegen. Eergisteren hadden we een regendag, de weg verandert dan in een modderpoel. Ik ben uitgegleden en met mijn achterste in een grote plas beland, ik moest er alleen maar om lachen, natter kon ik toch niet worden.

De etappe was ongelooflijk zwaar, maar na afloop is het toch weer een mooie ervaring. De omgeving is wisselde continu, in Noord Kenia zaten we eerst in een desolaat soort maanlandschap. Vulkanische ondergrond, je hebt het gevoel dat het het eind van de wereld is. Na een zware dag naar Marsabit met daarbij veel klimmen, slechte wegen en een stormpje tegen kom je in een heel ander landschap terecht, bergen veel bomen en ook weer mensen. Op de rustdag in Marsabit heb ik een safari gemaakt en echte olifanten gezien! Ook waterbuffels, maar dat is niet zo spannend. Fysiek gaat het goed, ik ga ook nog steeds beter rijden.

Jawel de helft zit erop! Ik vertoef nu in het Hotel Boulevard in Nairobi, omgeven door alle luxe: toiletten die doortrekken, douches die het doen en zowaar een echt zwembad. Het is niet te geloven na alle primitieve omstandigheden in Sudan en Ethiopië. Gisteren een groots onthaal: de binnenkomst in Nairobi was bij een vijf sterren hotel. Muziek, champagne en een heerlijk buffet. Er was ook een heuse minister, ik geloof de Minister van Toerisme en een hoop pers.

Wij zijn gisteren op de Keniaanse TV geweest, ik neem aan dat jullie dat allen gezien hebben (ikzelf heb het helaas gemist...). Morgen gaat de tocht verder naar de Tanzaniaanse grens. Een lange dag, iets van 163 kilometer weg te trappen. Daarna iets van 120 en dan de langste rustpauze: maar liefst TWEE dagen niet fietsen. We stoppen dan in Arusha en vandaar uit zijn er volop safarimogelijkheden.

Tanzania, 28 maart 2004

Jawel, ook Iringa is fietsend gehaald. Nog vier dagen en dan Malawi in. Inmiddels zijn er 59 fietsdagen verstreken en nog veertig te gaan. In Arusha twee dagen rust gehad. Dat is voor ons fietsers een hele luxe. Arusha is het centrum voor een hoop safari's in de regio. Ik ben de twee rustdagen op safari geweest. Na deze rustdagen viel het niet mee weer op de fiets te stappen, maar de Tour d'Afrique gaat gewoon door. Van Arusha naar Iringa is het zeven dagen fietsen. De omgeving is prachtig om te zien, veel bergen, alles is groen, soms zie je wat wild (apen, giraffes, struisvogels), vriendelijke mensen en 's middags mogelijkheden voor de cola–stopjes. Dit zijn uitermate belangrijke stopjes. In de minder ontwikkelde gebieden is er geen elektriciteit, maar overal is er cola, helaas niet gekoeld.

Na vier dagen kwamen we aan in Dodoma. Ik had er nog nooit van gehoord, maar dit is de officiële hoofdstad van Tanzania. Altijd gedacht dat dat Dar es Salaam was. Daar in een bed geslapen, was toch weer lekker. De drie dagen daarna waren eenvoudig, maar wel heet. Voordeel dat ik nu beter in conditie ben dan in het begin: je komt eerder bij de finish en hoeft niet te fietsen tijdens het heetst van de dag. Lijf en leden gaan goed al doet van alles af en toe wel wat pijn. Dit zal wel doorgaan tot aan Kaapstad verwacht ik zo. Groep is prima, kortom alles naar wens.

Malawi, 8 april 2004

Ik zit nu in Lilongwe, Malawi. Vanuit Iringa hebben we een paar makkelijke dagen gehad in het zuidelijke deel van Tanzania. Voordat jullie denkend at het een plezierreisje wordt: het is regentijd en dat hebben we geweten. Elke nacht een geweldige plens regen en ook tijdens het fietsen. Regenkleding heb ik niet bij me en is ook niet prettig. Je hebt het zo snel veel te warm, dat het beter is om gewoon in je fietskleding door te gaan. De tent houdt zich goed, al kan je onmogelijk alles droog houden. De laatste dag in Tanzania was fenomenaal: schitterende vergezichten, prachtige bergen, bossen, regenwolken. Ook was het veel afdalen, dus makkelijk fietsen.

Malawi is aanmerkelijk armer, meteen na de grens valt dat op. Het asfalt is slechter; mensen bedelen weer om geld en onze kampeerplek wordt weer omringd door allerlei kindertjes. De situatie is bijna hetzelfde als in Ethiopië, al word je hier niet bekogeld met stenen. De eerste volledige dag in Malawi was buffelen, circa 130 kilometer, saaie weg en warme, vochtige hitte. Ik kwam op apegapen in het kamp aan. Dit kamp was gelukkig gelegen aan het prachtige Malawi meer. De volgende dag was een rustdag en dat is ook het enige wat ik gedaan heb: gerust. Lekker met een boekje in een stoeltje, koud drankje en genieten. Nog 31 dagen.

Zambia, 15 april 2004

Ik ben nu in Lusaka, de bruisende hoofdstad van Zambia. Ik heb de benen uit mijn inmiddels magere gat gefietst, van Lilongwe naar Lusaka is ruim zevenhonderd kilometer en dat moest in vijf dagen worden weggereden. De eerste twee dagen rustig en daarna een lange rit van 197 kilometer De laatste twee dagen naar Lusaka waren gelukkig korter en makkelijker. Ik was redelijk afgedraaid van die lange dag, ook waren mijn darmpjes weer wat in de war. Ik had aan het heerlijke Mosi–bier gezeten en dat merk je de dag daarna. Morgen gaat het verder naar Livingstone, vlakbij de Victoria Falls. Dit zijn maar drie dagen fietsen, maar we moeten wel iets van 475 kilometer afwerken. Maar goed, dat is pas morgen. Net heerlijk genoten van cappuccino met gebak, volgens mij de beste koffie in drie maanden.

Nog een mailtje voor ik de bush bush in ga. Ik ben net in een kliniek geopereerd aan mijn infectie: de verkeerde stofjes zijn eruit gehaald en waarschijnlijk zal het nu snel genezen. Ze wilden me maar liefst onder volledige narcose brengen, maar dat vond ik en de dokter van de Tour wel erg bar. Gewoon plaatselijk verdoofd en dat was voldoende. Ik ga nu naar de campsite en ik hoop morgen of anders overmorgen fietsend mijn tocht naar Windhoek te vervolgen. Ik ben hier tenslotte niet gekomen om te luieren.

Botswana en Namibië, 2 mei 2004

Met mijn infectie gaat het erg goed, ik bedoel uiteraard met de genezing daarvan. Na de kleine operatie in Maun ben ik met de truck naar de volgende campsite gegaan en de dag daarna gewoon weer op het fietsje. De tocht ging naar Ghanzi, een plaatsje in the middle of nowhere, zoals alles in Botswana. De volgende dag hebben we doorgetrapt naar de Namibische grens. De wind was erg behulpzaam end at maakte dat we 205 kilometer in een dag konden doen. Het was wel een ongelooflijke lange rit, maar in krap acht uur toch aan het eindpunt. Je bent de hele dag aan het aftellen, elke kilometer staat er een kilometerpaaltje langs de weg en dat helpt om de dag door te komen.

Ik was erg blij uit Botswana te zijn: erg saai landschap, weinig mensen. De dag voor Windhoek wederom iets van 110 kilometer en dag daarna naar Windhoek. Windhoek is net als de andere steden in Namibië een beetje raar. Erg schoon, Duitse bouwstijl en erg nieuw. Je hebt eerder het gevoel dat je in Duitsland zit dan in Afrika. Uiteraard wonen er veel Duitsers. De fiets wordt hier niet gebruikt en de snelwegen worden als racecircuits beschouwd. Kortom, als fietser voel je je niet erg veilig. Om het drukkere verkeer van Windhoek naar Kaapstad te vermijden gaan we de secundaire wegen berijden. Morgen weer lekker off road . De route leidt waarschijnlijk richting Fish River Canyon met een rustdag in Ai Ais, waar hot springs zijn. Daarna nog zes daagjes naar Kaapstad en dan THE END.

Het schiet op: ik ben inmiddels in Springbok Zuid–Afrika en heb nog vijf dagen te fietsen. Erg vreemd, dat het er bijna op zit. Vanuit Windhoek zijn we via onverharde wegen naar het zuiden vertrokken. De binnenwegen van Namibië zijn prachtig en het landschap indrukwekkend. Ook is onverhard mijn favoriete ondergrond, dus lekker knallen. De rit van Canyon naar Ai Ais was werkelijk adembenemend, echt een van de hoogtepunten van de Tour. Na de erg luie rustdag naar de grens met Zuid–Afrika gefietst: het laatste land. Daar aan de Oranjerivier overnacht en vandaag naar Springbok. Morgen Garies en dan richting de kust. De hoofdweg naar Kaapstad is erg druk en die proberen we te vermijden. Het enige wat lastig kan zijn is de wind, maar dat overleven we ook wel weer. Ik fiets nog even verder, Kaapstad lonkt.

Zuid–Afrika, 16 mei 2004

Jawel, ik ben in KAAPSTAD!. Iets van 11600 kilometer gefietst en daar was de Tafelberg dan. Geweldig gevoel. Vanuit Springbok drie dagen de hoofdweg gevolgd en daarna zijn we richting Atlantische kust gegaan, om een mooiere route te volgen en om het drukkere verkeer te vermijden. Wederom was het prachtig, de eerste nacht in Elandsbaai doorgebracht. Het was geweldig om de Atlantische Oceaan te zien en uiteraard meteen erin (Ok, alleen met mijn voeten, het was berekoud). De laatste dag eerst zestig kilometer fietsen en vervolgens gezamenlijk Kaapstad in. Wat erg jammer was dat het bijzonder mistig was, de hele dag geen straaltje zon gezien. De finish was vlakbij Waterfront een van de mooiste plekken van Kaapstad. Daar heeft iedereen elkaar omhelst en gefeliciteerd met het halen van de finish. Emotioneel.

Daarna huldiging, toespraken, champagne en snacks. Vandaag is de fiets in een grote doos gegaan, ik fiets geen centimeter meer in Afrika. Op dit moment voelt het erg onwerkelijk dat het over is. Ik heb heel veel gezien: prachtige landschappen, vrolijke, gastvrije mensen en schrijnende armoede. In een groep functioneren voor vier maanden is moeilijk, maar ik heb er ook veel steun aan gehad. Ik ben blij verbaasd dat ik dit allemaal kan en dat het lichaam zich snel herstelt van de zware inspanningen. Ach, ik denk dat het wat onnozel is om nu onder woorden te willen brengen wat de Tour mij gebracht heeft. Ik ga lekker nog wat uitrusten, genieten van Kaapstad en dan lekker terug naar Nederland.

Allemaal bedankt voor de positieve reacties. En natuurlijke alle mensen bedankt die mij hebben gesponsord. Deze uitdaging heeft € 1316,– opgebracht en daar ben ik trots op. Al het geld zal goed besteed worden in het kinderrevalidatiecentrum King George VI in Zimbabwe. Bedankt!

.


Ga naar navigatie