Stichting Jabulani Kids Zimbabwe

Hilda en Ilse lopen de Nijmeegse vierdaagse

Hilda en Ilse waren allebei toe aan een nieuwe uitdaging, dit keer op sportief vlak. Samen besloten zij de Nijmeegse Vierdaagse te gaan lopen.Hilda en Ilse lopen vierdaagse Met deze uitdaging wilden zij ook iets goeds doen voor stichting Jabulani Kids Zimbabwe en dus lieten ze zich sponsoren. Vrienden, familie, collega's, iedereen werd gevraagd om hen per kilometer te sponsoren. Lees hieronder Hilda's verslag.

Wie had dat ooit gedacht, ik die eigenlijk helemaal niet van wandelen houd, vier dagen veertig kilometer lopen. De voorbereidingen waren minimaal: we hadden ongeveer vier keer geoefend. Deze oefeningen waren niet pijnloos geweest, al bij twintig kilometer begonnen onze heupen en knieën te protesteren. De eerste oefenmars bij de Linge was geen succes. We verdwaalden en na vijftig kilometer konden we niet meer en zijn we liftend terug naar ons auto gegaan. Dan maar dichter in de omgeving oefenen: Oudewater, Linschoten en Woerden. We stopten na twintig kilometer omdat we het zat waren. Dertig kilometer in het Kennemerland ging beter, maar ook hierbij bleven de gewrichten niet ontzien. We besloten dat oefenen geen zin meer had en dat het er alleen maar slechter van werd.

Op goed geluk verschenen we aan de start in Nijmegen en vol goede moed begonnen we aan onze grote uitdaging. De wekker ging om 4.00 uur. We hadden slecht geslapen, want het was warm en we sliepen in hartje Nijmegen, waar het volop feest was. We besloten voor de andere nachten maar oordopjes te kopen. Om 5.00 uur stonden we bij de start en we dachten vroeg te zijn, maar er waren al honderden mensen voor ons. Om 5.30 mochten we starten en daar gingen we. Bij het inschrijven de vorige dag vroeg ik een routebeschrijving, bang als ik was om weer te verdwalen en 50 kilometer te moeten lopen. Nu begreep ik waarom die mevrouw me vragend had aangekeken en moest lachen: hier kon je niet verdwalen. In een lange stoet bewegen de mensen zich voort, in het begin wat schuifelend, maar later op eigen tempo.

Het was even wennen, maar al gauw kwamen we in een ritme. Het was warm en het kwik steeg naar de dertig graden. De eerste dag vond ik echt afzien omdat ik geen idee had hoever het was en hoelang ik nog moest lopen. We hadden gehoopt de eerste dag in acht uur te lopen, maar we hebben er uiteindelijk tien uur over gedaan. Om twaalf uur lag ik met een natte handdoek op mijn hoofd voor apegapen onder een boom, wat was het warm. Ik dacht dat ik het niet ging redden, maar Ilse was nog fit en heeft me er door heen gesleept.

Moe en verhit kwamen we op onze kamer aan: de eerste dag zat er op. We konden nog net wat eten, scheelkijkend van vermoeidheid en hitte stortten we ons op ons matras. Nog even een massage voor de voeten en de heupen, een lekker voetenbadje, een stoombadje voor mijn luchtwegen (ik was ook nog snipverkouden) en dan maar slapen. Na inspectie gelukkig geen blaren.

De tweede dag. We begonnen in een routine te raken: douchen, aankleden, eten, tas inpakken en daar gingen we weer. Doordat we nu wisten wat ons te wachten stond, konden we ons beter voorbereiden. De heupjes waren ietwat pijnlijk, maar verder ging het goed. We begonnen er van te genieten en het lopen ging daardoor een stuk makkelijker. De sfeer was geweldig, om 6.00 uur 's morgens zitten er al mensen voor hun huizen om ons aan te moedigen. Overal muziek, uitgelaten mensen en vrolijkheid en dat gaf een goed gevoel.

Omdat het zo heet was, mochten we vandaag dertig kilometer lopen in plaats van veertig. Het was zo warm dat je schoenen aan het asfalt bleven plakken. De warmte steeg van het asfalt via je schoenen en je sokken omhoog. Al snel liepen alle mensen met rood uitgeslagen onderbenen. Ook wij hadden last van de uitslag en het jeukte gemeen. Gelukkig waren we hier op voorbereid en smeerden we talkpoeder op onze benen. Het was zo warm dat er af en toe mensen werden afgevoerd met de ambulance. Op de dijk liepen we voetje voor voetje en kon je niet meer je eigen tempo lopen. Dit is lastig, vooral als de heupen en knieën weer gaan opspelen. Gelukkig werden we constant aangemoedigd door het publiek, maar ook onze collega's, vrienden en familie leefden met ons mee. Tientallen keren per dag ging de telefoon of ontvingen we berichtjes.

Halverwege de route sloot Marlies, een vriendin van ons, zich bij ons aan. Ze was speciaal overgekomen om met ons mee te lopen en ons door deze dag heen te helpen. Het was heerlijk om een fris iemand naast je te hebben lopen, die je weer verder op weg helpt. Het was gezellig met z'n drieën en de dag vloog voorbij. Bij binnenkomst in de Nijmeegse binnenstad werden we vanaf de balkons natgespoten met tuinslagen. Heerlijk, want iedereen was oververhit. Overal stonden mensen met tuinslangen de flessen van wandelaars bij te vullen. Er was volop muziek en iedereen was aan het dansen. De tweede dag zat er op. Nog twee dagen te gaan. 's Avonds werden we door Marlies gemasseerd en na weer een heerlijk voetenbadje en een goede maaltijd was het tijd om te gaan slapen.

Elke ochtend werden we steeds iets stijver wakker. Er moesten eerst wat oefeningen gedaan worden voordat we konden opstaan. Vooral de spieren rond de heupen waren stijf, maar het allerbelangrijkste was nog steeds dat we allebei geen blaren hadden. De roden uitslag werd ook elke dag erger en zou ook niet meer verdwijnen met deze warmte. Er was een hittegolf in Nederland en er waren al heel wat mensen afgevallen door de warmte.

Fris en fruitig (naar omstandigheden) stonden we aan de start van de derde dag. De dag waarin de Zevenheuvelen beklommen moesten worden. Nee, dat was geen makkie en daar zagen we dan ook best tegen op. We begonnen de dag weer met muziek uit onze diskilometeran met kleinen boxen. Ilse en ik hadden beiden een box op onze schouder en zo liepen we de eerste saaie uren van de dag mee te zingen op Marco Borsato en anderen. Daarna kwamen we door de kleine dorpjes en was er weer volop muziek en gezelligheid. Elke dag is weer een belevenis, iedereen is zo enthousiast en gastvrij, Kinderen staan met schaaltjes komkommers langs de weg en vullen water.

Bij vele mensen mag je in huis even plassen, want voor de Dixies staan lange rijen. Ilse heeft het zwaar vandaag. Ik moet er aan te pas komen om haar benen even los te schudden en te masseren. Ze ligt uitgeteld op haar rug op straat, maar na een korte pauze staat ze toch weer op en gaan we verder. De voeten beginnen oververhit te raken en we plakken af en toe weer aan het asfalt. Bij de Zevenheuvelen staat Ilse's vader op ons te wachten en hij sleept ons mee naar boven. We proberen weer in een ritme te komen en voetje voor voetje slepen we ons zelf naar boven. Het is pittig, maar eenmaal boven voelt het als een overwinning.

Het laatste stuk naar Nijmegen is zwaar, maar we zetten door. De telefoontjes van collega's komen precies op tijd en ze slepen ons erdoor heen. We redden het en de derde dag zit er op. Ilse kan de trap niet meer op en met handen en voeten kruipt ze omhoog. Zo warm en zoveel pijn in de heupen, maar... weer geen blaren! Nog maar één dag te gaan.

Helemaal verstijft rollen we uit bed. Nee, dit kan niet, hoe moeten we zo nog veertig kilometer, dus tien uur lopen? Dat is onmogelijk: de heupen doen pijn, alle bewegingen, zijn pijnlijk. De knieën en spieren willen ook niet meer, maar ze moeten. Nog één dag te gaan. Na wat gymnastiekoefeningen, een lekkere warme douche gaan we weer op stap. Er zijn mensen die bij de start al zwaar steunend op een stok aan de veertig kilometer beginnen. Anderen lopen al na een kilometer te strompelen en te hinken, maar toch gaan ze allemaal door. Wat een doorzettingsvermogen.

Na de aanmoedigingen en fraaie praatjes van de dronken studenten bij de start, gaan we weer op weg. Nog veertig kilometer te gaan en dan hebben we ons doel bereikt. Het is ontzettend warm vandaag, meer dan dertig graden. Stil staan is geen pretje: de warmte van het asfalt komt door de schoenen en je voeten zetten helemaal uit. Na vijf kilometer zitten we weer helemaal in het ritme en lopen we lekker door. Het is genieten, de laatste dag: alle mensen zijn blij en moedigen ons aan. De sfeer is fantastisch en het lopen ging vanzelf.

Op de Via Gladiola staan duizenden mensen ons in te halen. Een paar kilometer voor de finish zien we de eerste bekenden. Ouders staan ons aan te moedigen en stoppen ons iets lekkers toe. Er wordt even gerust om even met ze te kletsen, maar daar wordt je stijf van dus gaan we gauw weer verder. Een paar meter verder staan collega's ons hard toe te juichen en krijgen we bloemen. Verderop worden we omhelsd door Willemijn en Ester van stichting Jabulani Kids Zimbabwe en krijgen we wederom bloemen en snoep.

Het is niet alleen een prestatie voor ons zelf, we lopen natuurlijk ook voor de kinderen in Zimbabwe. Het is ongelooflijk als je bedenkt dat mensen in Afrika elke dag zoveel kilometer lopen, om water te halen. Het is een besef dat elke dag wel even tot ons doordringt. Wij zijn het echt niet meer gewend om veel te lopen, terwijl dat zoiets natuurlijks is. Op de tribune een paar meter voor de finish zit de familie van Ilse en het feest is compleet.

De Via Gladiola is lang, maar het is een groot feest om daar te mogen lopen. Op de muziek probeert iedereen op zijn laatste krachten en sommigen flink strompelend de finish te halen. Het is een fantastische sfeer en als we de finish over gaan vallen we elkaar om de hals. Overladen met prachtige bloemen en heerlijke snoep halen we onze medaille op en dan mogen we echt zeggen dat we de Nijmeegse vierdaagse volbracht hebben! Zonder alle steun, alle berichtjes en telefoontjes van onze enthousiaste collega's, vrienden en familie hadden we het niet gered. Fantastisch, wat een ervaring, om nooit te vergeten. Maar het mooiste is dat we met onze prestatie € 1550,– hebben opgehaald. Echt een geweldig bedrag en we willen dan ook al onze sponsoren hartelijk bedanken.

.


Ga naar navigatie